Vaker kiezen voor een tussendoortje en knallen maar!
Tussendoortjes als energiebron, vaker eten: een hartstikke leuk (wie is er vies van meer eten?) en belangrijke experiment!
We zijn gewend om drie keer per dag te eten: ontbijt, lunch en avondeten. Hieronder leggen we uit wat het effect is van drie keer per dag eten op je energie-niveau en (eet)gedrag. En waarom experimenteren met vaker eten een goed idee is. In een aparte post geven we een aantal verrassend eenvoudige vuistregels met betrekking tot WAT slimme productkeuzes zijn als je vaker gaat eten.
Twee nadelige gevolgen van drie keer per dag eten
Dat vuurtje dat in je brandt heeft brandstof nodig. Drie keer per dag eten is voor jou (en mij en je buurvrouw) te weinig om de boel lekker opgestookt te houden.
Vaker (maar wel: slim) eten helpt je om je lichaam en brein optimaal van brandstof te voorzien!
Het werkt in principe redelijk simpel.
Eten is – dat begrijp je – een belangrijke energiebron.
Je lijf en je brein (wist je dat je brein 2% van je lichaamsgewicht vormt, maar 20% van de energie consumeert?) zijn dol op een constante, stabiele toevoer van je energie.
Lange tijd geen energie? Niet zo fijn.
Een bom energie in één keer? Ook niet fijn.
Door om de 2 of 3 uur te eten, hou je de bloedsuikerspiegel redelijk constant en je lijf en brein fris en alert.
Je bloedsuikerspiegel stijgt iedere keer als je iets eet. Een stijging wordt weer opgevolgd door een daling. Een te hoge bloedsuikerspiegel gaat ten koste van hoeveel energie die je beschikbaar hebt. Hetzelfde geldt voor een te lage spiegel.
Hoe vaak je eet én wat je eet beïnvloedt die schommelingen. Je doel: schommelingen beperken!

Word ik niet dik als ik vaker ga eten?
Als je het slim aanpakt, nee, dan word je niet dik.
Het idee is: hou het aantal calorieën min of meer gelijk, maar verdeel ze beter.
Dus niet: ontbijt, lunch, avondeten.
Maar: ontbijt, snack, lunch, snack, avondeten, snack.
Het is trouwens makkelijker dan je denkt om die calorieën gelijk te houden. De snack tussen de lunch en het avondeten bijvoorbeeld, maakt dat je met minder honger aan tafel gaat, en minder eet.
Juist daarom kan frequenter eten ook een goed idee zijn als je minder (in termen van hoeveelheden) wilt eten.
Voorbeeld: als je om 18.00 uur je avondeten op hebt en je blijft tot 23.00 uur op, dan zit daar vijf uur tussen. Grote kans dat je zo rond 21.00 honger krijgt. De honger beïnvloedt je denken, vraagt om vet, zoet en zout en jij trekt een zak chips open. Maar wat als je om 20.30 uur een appel en wat yoghurt had gegeten? Geen honger, geen craving naar vet, zoet of zout!
Snacken is toch niet goed?
Oké, de term snacken heeft een negatieve bijsmaak. Dat is onterecht.
Je kunt slim en niet slim snacken.
Niet slim snacken is eten omdat je je verveelt, omdat je gestrest bent of gewoon omdat het voor je neus staat.
Slim snacken is snacken om je energie-toevoer constant te houden.
Experimenteer met vaker eten
Ga je aan de slag met vaker eten? Hier een paar handige tips!
(1) Doe slim boodschappen
Hoeveel snacks heb je nodig tot je volgende boodschappenronde?
Koop slim in, zodat je altijd een voorraad slimme snacks bij de hand hebt.
Doe je voor vijf dagen boodschappen?
Dan heb je dus voor vijf dagen minimaal drie snacks per dag nodig. Vijftien stuks. Sla die in!
(2) Denk aan het slimme snacken
Gebruik tijdens het experiment een timer, een herinnering. Zet niet alleen je lunchtijd in je agenda maar ook een snack break of iets dergelijks. In de drukte van alledag vergeet je de snack snel!
(3) We eten wat we zien!
Die appel in je tas blijft daar geduldig wachten tot hij bruin ziet. Maar op je bureau is hem geen lang leven beschoren. We eten wat we zien: dat geldt voor die pot biscuitjes naast het koffie-apparaat en voor appel op je bureau!